Slootdempingen en stortplaatsen
Slootdempingen en bodemvervuiling:
In 1995 is voor het gehele landelijk gebied in Zuid-Holland een Bijzonder Inventariserend Onderzoek naar stortplaatsen en slootdempingen uitgevoerd, het Bio-s. Het betrof een luchtfoto-interpretatie, waarbij luchtfoto's uit 1955 zijn vergeleken met luchtfoto's uit 1992. Daarbij is vastgesteld welke waterlopen en waterplassen die in 1955 nog zichtbaar waren, in 1992 waren verdwenen en waar dus sprake moest zijn van een demping. Op deze wijze werden circa 40.000, tussen 1955 en 1992, gedempte sloten opgespoord.
Dat sprake is van een slootdemping, wil nog niet zeggen dat er ook sprake is van bodemverontreiniging. Zo is bekend dat sloten in gebieden waar een ruilverkaveling werd uitgevoerd, vaak gedempt zijn met onverdachte grond die elders binnen het project vrijkwam. Bij individuele percelen bouwland zijn de sloten vaak dicht geploegd en ook in dergelijke gevallen is de aanwezigheid van bodemverontreiniging op voorhand niet aannemelijk. Bij dempingen in het veenweidegebied ligt dat anders, omdat daar vaak gebruik is gemaakt van materiaal dat van elders werd aangevoerd. Deze dempingen moeten op voorhand wel als verdacht worden beschouwd. Verder kan worden gesteld dat dempingen relatief minder vaak voorkomen in vroegere droogmakerijen. Deze kennen namelijk een verkaveling met relatief brede percelen en weinig, overwegend ook nog smalle sloten.
Kwaliteit
Bij het gebruik van de gegevens over slootdempingen moet rekening worden gehouden met een aantal beperkingen van het bestand. De belangrijkste beperkingen zijn:
- Het betreft een interpretatie van luchtfoto's uit de periode 1955 - 1992. Dempingen buiten deze periode zijn dus niet meegenomen.
- Het stedelijk gebied en de stedelijke uitbreidingsgebieden uit de periode 1955 - 1992 zijn eveneens buiten het onderzoek gebleven.
- Het interpreteren van luchtfoto's in aaneengesloten kassengebieden is, vanwege technische beperkingen met betrekking tot het traceren van gedempte sloten, niet of slechts beperkt uitgevoerd.
- Ophogingen, stortplaatsen en slootdempingen zijn tijdens de luchtfoto-interpretatie als één informatielaag vastgelegd.
- Als gevolg van misinterpretatie van luchtfoto's moet rekening worden gehouden met een foutenmarge tussen de 0 en 5 procent. Het betreft fouten als gevolg van overschaduwde sloten, door natuurlijke verlanding dichtgegroeide sloten, ten onrechte als sloot geïnterpreteerde greppels en fouten bij het digitaliseren van de foto's.
Data wordt vooral door Grondzaken gebruikt.
Disclaimer: Deze kaart met slootdempingen is een momentopname en daarom niet volledig. Het is aannemelijk dat er meer sloten gedempt zijn, die niet op deze kaart staan aangegeven. Raadpleeg hiervoor altijd https://topotijdreis.nl/
Standard
dataIdentificatie
- Title
-
Slootdempingen en stortplaatsen
- Date (Creation)
- 2000-05-01
- Date (Publication)
- 2000-05-01
- Date (Revision)
- 2023-04-24
- Unique resource identifier
- 2e9412ef-aedd-4633-b702-53754ca85d52
- Status
- Completed
- Metadata language
- Nederlands; Vlaams
-
Interprovinciale thesaurus
-
-
bodem
-
bodemverontreiniging
-
sloten
-
sloot
-
- Use limitation
-
Geen gebruiksbeperkingen
Legal constraints
- Access constraints
- Other restrictions
- Other constraints
- Geen beperkingen
- Point of contact
-
individualName organisationName electronicMailAddress role Provincie Zuid-Holland
Owner
DataQuality
- Hierarchy level
- Dataset
- Lineage
-
Slootdempingen en bodemvervuiling
In 1995 is voor het gehele landelijk gebied in Zuid-Holland een Bijzonder Inventariserend Onderzoek naar stortplaatsen en slootdempingen uitgevoerd, het Bio-s. Het betrof een luchtfoto-interpretatie, waarbij luchtfoto's uit 1955 zijn vergeleken met luchtfoto's uit 1992. Daarbij is vastgesteld welke waterlopen en waterplassen die in 1955 nog zichtbaar waren, in 1992 waren verdwenen en waar dus sprake moest zijn van een demping. Op deze wijze werden circa 40.000, tussen 1955 en 1992, gedempte sloten opgespoord.
Dat sprake is van een slootdemping, wil nog niet zeggen dat er ook sprake is van bodemverontreiniging. Zo is bekend dat sloten in gebieden waar een ruilverkaveling werd uitgevoerd, vaak gedempt zijn met onverdachte grond die elders binnen het project vrijkwam. Bij individuele percelen bouwland zijn de sloten vaak dicht geploegd en ook in dergelijke gevallen is de aanwezigheid van bodemverontreiniging op voorhand niet aannemelijk. Bij dempingen in het veenweidegebied ligt dat anders, omdat daar vaak gebruik is gemaakt van materiaal dat van elders werd aangevoerd. Deze dempingen moeten op voorhand wel als verdacht worden beschouwd. Verder kan worden gesteld dat dempingen relatief minder vaak voorkomen in vroegere droogmakerijen. Deze kennen namelijk een verkaveling met relatief brede percelen en weinig, overwegend ook nog smalle sloten.
Kwaliteit
Bij het gebruik van de gegevens over slootdempingen moet rekening worden gehouden met een aantal beperkingen van het bestand. De belangrijkste beperkingen zijn:
- Het betreft een interpretatie van luchtfoto's uit de periode 1955 - 1992. Dempingen buiten deze periode zijn dus niet meegenomen.
- Het stedelijk gebied en de stedelijke uitbreidingsgebieden uit de periode 1955 - 1992 zijn eveneens buiten het onderzoek gebleven.
- Het interpreteren van luchtfoto's in aaneengesloten kassengebieden is, vanwege technische beperkingen met betrekking tot het traceren van gedempte sloten, niet of slechts beperkt uitgevoerd.
- Ophogingen, stortplaatsen en slootdempingen zijn tijdens de luchtfoto-interpretatie als één informatielaag vastgelegd.
- Als gevolg van misinterpretatie van luchtfoto's moet rekening worden gehouden met een foutenmarge tussen de 0 en 5 procent. Het betreft fouten als gevolg van overschaduwde sloten, door natuurlijke verlanding dichtgegroeide sloten, ten onrechte als sloot geïnterpreteerde greppels en fouten bij het digitaliseren van de foto's.
Aanvullend veldonderzoek
In het kader van het Bio-s onderzoek is voor ongeveer 2.500 dempingen in het veenweidegebied van Zuid-Holland een veldinspectie uitgevoerd en zijn eigenaren en gebruikers van de betreffende percelen geïnterviewd. Gekozen is voor het veenweidegebied, omdat in deze gebieden vaak een grondtekort heerste en daardoor, bij gebrek aan grond, voor dempingmateriaal van elders en van een afwijkende samenstelling kan zijn gekozen. De onderzochte 2.500 dempingen zijn zogenaamde clusters, een slootdemping met alle voormalige zijslootjes die daarmee verbonden zijn. Dempingen langer dan 100 meter en stortplaatsen hebben bij dit veldonderzoek voorrang gekregen.
Bio-s informatie
Op een kaart (schaal 1:10.000) zijn op basis van de luchtfoto-interpretatie de slootdempingen als lijnelement en dichtgegooide bredere wateren als vlakelement ingetekend.
Van het Bio-s bestand zijn de kerngegevens opgenomen. Het betreft informatie over:
- de ligging van de demping (coördinaten, kaartblad).
- administratieve gegevens (demping- en clusternummer).
- gegevens van de eigenaar (indien bekend).
- gestorte materiaal (indien bekend uit interview).
- deklaagdikte.
Voor het grootste deel van de 40.000 dempingen en in alle gemeenten buiten het veenweidegebied zijn de laatste drie onderdelen dus niet geïnventariseerd. Een meer volledig en gedetailleerd overzicht van de opgenomen velden is als bijlage 3 aan deel 1 van de handleiding BLIZ '98 toegevoegd.
Metadata
- Metadata language
- Nederlands; Vlaams
- Hierarchy level
- Dataset
- Metadata author
-
individualName organisationName electronicMailAddress role Provincie Zuid-Holland
Point of contact